8 tips om betere foto’s te maken met je smartphone
We hebben allemaal de hele dag een fototoestel in onze broekzak of handtas zitten, maar als we eerlijk zijn weten we dat we daar niet echt optimaal gebruik van maken. De foto’s moeten niet geprint worden, en zijn dus gratis, waardoor je minder nadenkt over de kwaliteit van de beelden die je maakt. Zo raakt je hele telefoon gevuld met matige, onscherpe en niet zo superinteressante beelden. Gelukkig kan je met een aantal simpele tips van deze professionele familiefotograaf veel meer uit je smartphone halen, en betere foto’s van je kinderen maken.
1. Leer je camera-app kennen…
Da’s natuurlijk stap één. Kijk verder dan wat je voorlopig kent en neus eens rond in het menu van je smartphone camera. Speel een beetje met settings als de zelftimer en de HDR-functie (daarover verderop meer) en ontdek wat je camera allemaal kan dat je nog niet wist. Ook filters en afwijkende formaten zitten meestal ingebouwd in de basisfuncties.
2. … en schuif hem dan aan de kant
Je ingebouwde camera app kan veel, maar niet alles. Da’s logisch, want een smartphone is geen spiegelreflex. De sensor van een smartphone camera is veel kleiner dan die van een groot fototoestel, en dat heeft gevolgen voor wat er technisch mogelijk is. Toch kan je enkele van die ‘onmogelijke’ opties omzeilen door voor third party camera apps te kiezen. Met (vaak betalende) varianten op de camera app kan je zo de sluitertijd van je opname aanpassen, of aan de ISO-waardes sleutelen. Geeft dat hetzelfde effect als met een echte camera? Nee. Is het goed genoeg? Vaak wel.
3. De illusie van scherptediepte
Door de kleinere sensor van een smartphone fototoestel is het onmogelijk om een mooie scherptediepte te verkrijgen in je foto’s. Concreet: zowel de voorgrond (het onderwerp) als de achtergrond zijn vaak scherp, in tegenstelling tot die mooie portretten waarbij de achtergrond zich wazig aftekent tegen het onderwerp.
Maar ondanks de technische onmogelijkheid hebben smartphone-fabrikanten er iets op gevonden om dat probleem te omzeilen. Op iPhone kan je zo de ‘portret’-functie inschakelen, die de achtergrond wazig maakt, zodat je een scherptediepte-effect krijgt. Het geöefende oog ziet meteen het verschil, maar vaak geeft het wel leuke resultaten.
4. Laat je flits uit
De flits aan je smartphone is uiteraard niet echt een flits, maar eerder een klein zaklampje. Dat heeft gevolgen voor de foto’s die je maakt met dat kleine lampje. Het licht gaat een pak minder ver dan bij een echte flits, waardoor je onderwerp niet gelijk én ‘plat’ langs voor belicht wordt. Dat resulteert dan weer in rode ogen en een lelijk licht dat niet bepaald flatterend is.
De logische oplossing is om te werken met het licht dat er is. Daglicht geeft de mooiste resultaten, maar als het niet anders kan dan bij te lichten doe je dat best met een extern lampje. Een ‘echte’ zaklamp, of het lampje van een andere smartphone: in een hoek van 45° van je onderwerp zal je zien dat je veel mooiere foto’s krijgt!
5. HDR-functie
Een andere goeie tip in donkere situaties is de HDR-functie van je camera app te gebruiken. Met die functie maakt je fototoestel drie aparte foto’s (één belicht op de hooglichten, één belicht op de midtones, en één belicht op de schaduwen). Het resultaat van die drie foto’s wordt gecombineerd tot één nieuwe, vaak goed belichte foto. Probeer deze functie zeker ook eens met zonsondergang: het geeft vaak erg mooie resultaten!
6. Zoom niet in!
Inzoomen is nooit een goed idee bij smartphone-camera’s. De digitale zoom zorgt sowieso voor kwaliteitsverlies in je foto’s, dus gebruik indien mogelijk liever je voeten om te zoomen. Wil je toch ingezoomde foto’s, zonder een irritante digitale ruis? Dan kan je eens experimenteren met opzetlensjes voor je smartphone. Zelfs de erg goedkope exemplaren geven vaak al een aanvaardbaar resultaat.
7. Doe alsof je geen smartphone vasthebt
Een camera is maar zo goed als de fotograaf die hem vastheeft. Het is een huizenhoog cliché, maar zoals bij alle clichés zit er een grond van waarheid in. Door te doen alsof je geen smartphone in je handen hebt maar een dure spiegelreflex, ga je meer nadenken over je compositie en belichting - en dat komt je foto’s natuurlijk alleen maar ten goede. Een beetje meer nadenken wat je in beeld wil brengen, en hoe: het maakt een wereld van verschil.
8. Nabewerking
Je gaat smartphone-foto’s uiteraard niet op dezelfde manier nabewerken als gigantische RAW-files uit een middenformaatcamera. Toch zijn er andere opties dan Instagram-filters over je beelden plakken om ze wat extra pit te geven. Een uitgebreide (en bovendien gratis!) app is ‘Snapseed’ van Google. Zie het als een mini-Photoshop om je telefoonfoto’s wat diepere contrasten, warmere kleuren of een rechter perspectief te geven. En ja, als je het écht wil kan je ook hier simpelweg kleffe filters gebruiken.
Toch liever de best mogelijke foto’s van je gezin? Klik dan hieronder en doe jezelf een familiereportage cadeau. Ik beloof dat ik niet met mijn smartphone foto’s zal maken.